Artikel 51a lid 1 sub a onder 2 van het Wetboek van Strafvordering merkt een nabestaande aan als slachtoffer en geeft als definitie voor de nabestaande aan dat het gaat om ‘familieleden van een persoon wiens overlijden rechtstreeks veroorzaakt is door een strafbaar feit’.

Familieleden zijn volgens artikel 51a lid 1 sub b ‘de echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel een andere levensgezel van het slachtoffer, de bloedverwanten in rechte lijn de bloedverwanten in de zijlijn tot en met de vierde graad en de personen die van het slachtoffer afhankelijk zijn’.

GraadBloedverwantschap
1e graadOuders (ook adoptie)
2e graadGrootouders
Kleinkinderen
Broers en zussen
3e graadOvergrootouders
Achterkleinkinderen
Neven en nichten (dus de kinderen van broers en zussen)
Ooms en tantes (dus de broers en zussen van de ouders)
4e graadBetovergrootouders;
Achterneven en achternichten (dus kleinkinderen van broers en zussen)
Neven en nichten (kinderen van broers of zussen van de ouders)
Oudooms en oudtantes (ooms en tantes van de ouders)