“Bijna 1 op de 5 slachtoffers wordt niet adequaat geïnformeerd door het OM. Het gaat dan om het niet naleven van een wettelijke informatieplicht, het niet inventariseren van de informatiewens, het niet tijdig reageren op het verzoek om kennis te nemen van processtukken, én om andere tekortkomingen die ons opvielen in de informatievoorziening aan slachtoffers. Soms gaat het op meer dan één punt mis: slachtoffers ontvingen dan bijvoorbeeld niet alle wettelijk verplichte informatie én ook niet binnen zes weken een reactie op hun verzoek om kennis te nemen van de processtukken.”

“Het OM leefde medio 2024 één van de wettelijke plichten voor informatie aan slachtoffers in het geheel niet na: de plicht om slachtoffers in zaken die het OM voor de rechter brengt te informeren over de aard van de tenlastelegging. Deze verplichting staat sinds 2017 in het Wetboek van Strafvordering. De Algemene Rekenkamer zegt het als geen ander te begrijpen dat er soms een gat zit tussen wettelijke verplichting en praktijk. En het is menselijk dat er soms fouten worden gemaakt. Maar dat juist het OM een wettelijke verplichting zó lang in zijn geheel niet heeft nageleefd, vinden wij wel heel wrang. Het geeft ook stof tot nadenken voor de minister en de leiding van het OM: hoe heeft dit zo lang kunnen voortduren?”

“Het OM heeft daarnaast bijna 7% van de slachtoffers niet volledig geïnformeerd over andere onderwerpen dan de tenlastelegging, terwijl dat volgens de wet wél had gemoeten. Zij ontvingen geen (correcte) zittingsdatum, geen afschrift van de OM-strafbeschikking of niet (op tijd) informatie over de vrijlating van een verdachte uit voorlopige hechtenis. Over alle slachtoffers in zaken die in juni en juli 2024 zijn afgedaan met een strafbeschikking of vonnis, voldeed het OM bij enkele honderden slachtoffers niet aan zijn wettelijke informatieplicht.”

“Als een slachtoffer niet goed wordt geïnformeerd over dit soort belangrijke zaken, kan dat grote impact hebben: op het welbevinden, op de mogelijkheid om schade te verhalen in het strafproces, en op het gevoel serieus genomen te worden door het OM. Het beschadigt mogelijk ook het vertrouwen van slachtoffers en hun naasten in de instituties die hen juist zouden moeten beschermen.”